De Roman de la Rose en Die Rose van Heinric

INLEIDING
Die Rose van Heinric is een Middelnederlandse literaire tekst van ruim 14.000 versregels. Het is een vertaling / bewerking van de Oudfranse dertiende-eeuwse Roman de la Rose  begonnen door Guillaume de Lorris († ca. 1238) en eigenzinnig en eigengereid voltooid door Jean de Meung († ca. 1305), die meer dan 22.000 versregels telt. Het door Guillaume de Lorris geschreven (eerste) deel eindigt al bij r. 4028.

Heinric (van Brussel, voorheen ook met de toenaam Van Aken, gestorven tussen 1325 en 1330) heeft waarschijnlijk ca. 1300-1325 zijn bewerking gemaakt. Hij heeft de roman vertaald als één geheel. De Oudfranse tekst bestaat uit twee zeer verschillende delen.

In de Oudfranse allegorische roman vertelt de auteur zijn ‘waargebeurde’ droom. In deze droom bezoekt hij een Vergier, een ommuurde lusthof, waar hij – de ‘Minnaar’ – verliefd wordt op een rozenknopje in een rozentuin. Bij zijn pogingen dit rozenknopje te veroveren wordt hij geholpen door een aantal allegorische personages zoals Amis (Middelnederlands: Vrient) en de Dieu d’Amors (Middelnederlands: God van Minnen). Maar hij wordt ook tegengewerkt, vooral door Jalousie (Middelnederlands: Jalousie). De zoektocht – resulterend in een heuse strijd tussen de twee kampen – wordt steeds onderbroken door exempelen en (soms lange) betogen van de allegorische personages. Uiteindelijk plukt hij zijn rozenknopje en wordt de verteller wakker.

Heinric heeft deze verhaallijn in zijn bewerking gehandhaafd, maar hij heeft met name in de exempelen en de betogen geschrapt.

Het verhaal en de betogen van de allegorische personages geven een goed beeld van de filosofische, ethische en culturele ideeën en gebruiken van de dertiende en veertiende eeuw. De verwijzingen naar de klassieke mythologie en andere middeleeuwse teksten geven bovendien een indruk van de (literaire) kennis van de auteur.

Het Guillaume de Lorris-deel is geschreven ca. 1235 en het vervolg door Jean de Meung ca. 1285. Rond 1400 is de tekst nog onderwerp van de Querelle: de twist tussen Christine de Pisan (gesteund door kanselier Jean de Gerson) en Jean de Montreuil (zie Querelle) over de betekenis van de tekst en vooral de misogynie (vrouwenhaat) in het tweede deel.

Die Rose van Heinric wordt ook wel de ‘Brabantse Rose’ genoemd. Dit in tegenstelling tot de ‘Vlaamse Rose’, welke een tweede, vrijere bewerking is van de Oudfranse Roman de la Rose (zie ook onder Literatuur en linken).